Cartoons tekenen lijkt misschien ingewikkeld, maar als je het stap voor stap aanpakt, wordt het ineens heel behapbaar. Het leuke van cartoons is dat je niet realistisch hoeft te tekenen. Alles draait om expressie, stijl en plezier. In deze blog neem ik je stap voor stap mee in het proces van een cartoon tekenen. Of je nu een beginner bent of al vaker hebt getekend: met deze aanpak kun jij vandaag nog jouw eerste (of volgende) cartoonfiguur maken.
Stap 1: Begin met eenvoudige vormen
De basis van bijna elke cartoon begint met simpele vormen. Denk aan cirkels, ovalen, driehoeken en rechthoeken. Begin met het hoofd van je personage, vaak een cirkel of ovaal. Voeg daarna het lichaam toe met een simpele vorm, zoals een rechthoek of druppelvorm. De armen en benen kun je eerst schetsen als lijnen of stokjes, zodat je de houding kunt bepalen voordat je meer details toevoegt.
Laat je niet afschrikken als het er nog rommelig uitziet. Dit is je schetsfase en alles mag nog aangepast worden. Teken licht, vooral als je met potlood werkt, zodat je gemakkelijk kunt gummen.
Lees ook: Waarom Cartoons tekenen zo leuk is
Stap 2: Werk de houding en beweging uit
Een goede cartoon leeft — en dat bereik je met houding en beweging. Denk goed na over wat je figuur aan het doen is. Staat hij rechtop en trots? Buigt hij zich voorover van het lachen? Of is hij juist verdrietig met hangende schouders? De houding van je cartoonfiguur bepaalt meteen de emotie die je overbrengt.
Teken de ruggengraat als een vloeiende lijn die de beweging volgt. Voeg daarna de ledematen toe met een beetje buiging in de armen en benen. Zo voorkom je dat je figuur er stijf uitziet.
Stap 3: Teken het gezicht en de expressie
Het gezicht is vaak het belangrijkste onderdeel van een cartoon. Hier komt de emotie tot leven. Begin met de ogen — die zijn vaak groot en expressief. Plaats ze laag of hoog op het hoofd, afhankelijk van het effect dat je wilt. Voeg wenkbrauwen toe, want die versterken elke emotie. Een opgetrokken wenkbrauw zegt al zoveel!
De mond bepaalt vaak de toon: een grote glimlach, een trillende onderlip of een openstaande mond van schrik. Vergeet ook de neus en oren niet, al mogen die simpel blijven. Denk eraan: overdrijven mag, dat maakt het juist cartoonachtig.
Lees ook: Hoe teken je vuurwerk?
Stap 4: Voeg details en kleding toe
Nu je de basis hebt staan, kun je jouw cartoonfiguur aankleden. Geef hem of haar een hoed, bril, schoenen of een gek kapsel. Kleding hoeft niet realistisch te zijn — zelfs een simpele trui of jurk krijgt karakter met de juiste lijnen. Vergeet niet om kleine details toe te voegen zoals zakken, vouwen in de stof of accessoires.
Ook kun je hier je eigen stijl beginnen te ontwikkelen. Teken je graag met dikke lijnen? Werk je liever heel schetsmatig? Alles mag, zolang jij het leuk vindt.
Stap 5: Trek de lijnen over en kleur in
Als je tevreden bent met je schets, trek je de lijnen over met een zwarte fineliner of digitale pen. Kies de lijnen die je wilt behouden en laat de rest weg. Zo krijg je een strakke cartoonlook. Zodra het inktwerk droog is (of je klaar bent digitaal), kun je aan de slag met kleur.
Gebruik felle kleuren als je een vrolijke sfeer wilt, of houd het juist bij zwart-wit voor een klassieke stijl. Schaduwen kun je eenvoudig toevoegen met een grijze stift of een donkerdere tint van je basiskleur.
Oefening baart kunst
Zoals met alles: hoe vaker je het doet, hoe beter je wordt. Teken elke dag iets kleins. Oefen bijvoorbeeld verschillende gezichten, houdingen of dieren in cartoonstijl. Kijk naar je favoriete strips of animaties en analyseer hoe ze hun figuren hebben opgebouwd. Je zult merken dat er vaak vaste patronen in zitten die je zelf ook kunt toepassen.
Vergeet vooral niet om plezier te hebben. Cartoons zijn bedoeld om te vermaken — jou én anderen. Dus pak je potlood, begin simpel, en werk stap voor stap toe naar jouw eigen cartoonwereld!
Lees ook: Hoe teken je een roos?
