Als je begint met tuinieren, vraag je je misschien af: in welke maand kan ik eigenlijk aan de slag? Het mooie van tuinieren is dat er in bijna elke maand wel iets te doen is. Soms ligt de nadruk op zaaien en planten, soms juist op oogsten of opruimen. Het werk in de tuin volgt het ritme van de seizoenen. In dit artikel neem ik je mee door het jaar en ontdek je wat je per maand kunt doen in je tuin.
Voorjaar: maart, april en mei
Het voorjaar is hét startschot voor tuinieren. Zodra de temperaturen wat stijgen en de dagen langer worden, komt de natuur weer tot leven.
- Maart: dit is een overgangsmaand. Je kunt beginnen met het opruimen van de tuin, zoals het verwijderen van dode bladeren en het snoeien van bepaalde struiken. Ook kun je alvast binnen zaden voor groenten of bloemen laten kiemen.
- April: nu gaat het echt los. Je kunt de eerste planten en bloemen buiten zetten en veel groenten direct in de volle grond zaaien. Ook is dit een goede maand om gras te zaaien of het gazon te bemesten.
- Mei: de bekende ‘IJsheiligen’ markeren vaak het moment dat je geen nachtvorst meer hoeft te vrezen. Na half mei kun je bijna alles buiten planten zonder risico op schade door kou. Dit is hét moment om de tuin vol te zetten met bloemen en groenten.
Zomer: juni, juli en augustus
In de zomer staat je tuin volop in bloei en groeit alles hard.
- Juni: veel bloemen bloeien en groenten beginnen te groeien. Het belangrijkste werk is nu water geven en onkruid wieden. Ook kun je nog veel zaaien, zoals sla of kruiden.
- Juli: dit is vaak de warmste maand. Zorg voor voldoende water en geniet van de eerste oogst uit je moestuin. Ook kun je uitgebloeide bloemen verwijderen om nieuwe bloei te stimuleren.
- Augustus: de oogsttijd is in volle gang. Je kunt volop groenten en kruiden plukken. Het is ook de maand om alvast na te denken over planten die je in het najaar wilt zetten.
Najaar: september, oktober en november
In het najaar verschuift de focus van groei naar opruimen en voorbereiden op de winter.
- September: er valt nog veel te oogsten, maar de dagen worden korter. Dit is ook een goede maand om voorjaarsbollen, zoals tulpen of narcissen, in de grond te zetten.
- Oktober: de meeste bloemen zijn uitgebloeid. Je kunt struiken en bomen planten, omdat de grond nog warm genoeg is en er vaak voldoende regen valt.
- November: nu gaat de tuin langzaam in rust. Het is tijd om de laatste bladeren te verwijderen en de tuin winterklaar te maken. Denk aan het beschermen van kwetsbare planten tegen vorst.
Winter: december, januari en februari
De winter is een rustige periode, maar er is nog steeds genoeg te doen.
- December: dit is vooral een maand van onderhoud. Maak je gereedschap schoon en bedenk plannen voor het volgende tuinseizoen.
- Januari: de tuin lijkt stil, maar binnen kun je alvast zaden bestellen of een zaaikalender maken. Ook kun je sommige struiken snoeien.
- Februari: de eerste tekenen van de lente komen langzaam tevoorschijn. Je kunt beginnen met het voorzaaien van groenten en bloemen binnenshuis.
Conclusie
Tuinieren is geen activiteit die je alleen in de lente of zomer doet. Elke maand van het jaar heeft zijn eigen taken en ritme. In de lente zaai en plant je, in de zomer onderhoud je en oogst je, in de herfst ruim je op en bereid je voor, en in de winter maak je plannen en doe je klein onderhoud.
Door mee te bewegen met de seizoenen ontdek je dat er altijd iets te doen is in de tuin. Zo blijft tuinieren een hobby die je het hele jaar door plezier en voldoening geeft.
